Koken is het helemaal of bijna gaar maken in water (of een combinatie van water en wijn of sap) dat ‘kookt’. Dat wil zeggen: een temperatuur van 100 graden heeft. Slinkgroenten, zoals andijvie en spinazie verliezen tijdens het koken zoveel vocht dat het water dat na het wassen aan de groenten blijft hangen al voldoende is om in te koken. Kook slinkgroenten op een middelhoog vuur en roer regelmatig. Stevige groenten, zoals wortelen en bleekselderij, worden gekookt in weinig water. Dit is ongeveer een kwart van de hoeveelheid groenten, die je wilt koken.
Door roerbakken maak je van groenten met een beetje olie in enkele minuten een heerlijk gerecht. Zet voordat je gaat roerbakken alle ingrediënten op volgorde klaar, gewassen en gesneden. Snij alles in kleine stukken van gelijke grootte. Verhit een wok op een lage of middelhoge warmtebron een paar minuten voor. Doe een beetje olie in de pan als deze goed heet is en verhit de olie. Voeg de ingrediënten toe en zet de warmtebron hoog. Zo is het gerecht snel klaar en blijven de groenten fris, knapperig en worden ze niet vet. Gebruik een lepel met een lang handvat of een spatel om de ingrediënten tijdens het roerbakken steeds te keren, zodat alles gelijkmatig en snel wordt gebakken.
| Groenten grillen kan door middel van een grillelement in de oven, een grillplaat, een grillpan of op de barbeque. Het is van belang dat het grillelement of de grillpan goed heet is. Wanneer groenten alleen een bruin korstje nodig hebben, maar niet gaar hoeven te worden, kan de afstand tot het grillelement klein zijn. Moeten de groenten ook nog garen dan moet die afstand groter zijn. Het meest smakelijk worden groenten als je ze bestrijkt met bijvoorbeeld olijfolie of olie met knoflook en ze bestrooid met verse kruiden, |
Smoren is het langzaam afgedekt garen van groenten met een beetje vet, vocht en meestal kruiden. Het vocht kan uit de groenten komen, maar kan ook als bouillon/wijn worden toegevoegd. Smoren moet langzaam op een laag vuur, zodat de groenten de tijd hebben smaak en geur op te nemen.
Bijna alle groenten kunnen snel en gemakkelijk in de magnetron worden bereid. Er wordt geen zout en (bijna) geen water toegevoegd. Snij groenten in stukken van gelijke grootte. Leg de groenten het liefst in een lage wijde schaal in één laag met dikke, harde delen naar buiten. Bijvoorbeeld stelen van broccoli of dikke uiteinden van witlof. Dek de groenten af en zet ze dan in de magnetron. Besprenkel harde groentesoorten, zoals sperziebonen met water, voordat ze in de magnetron worden gezet. Droog slinkgroenten met behulp van een slacentrifuge of een schone theedoek voordat ze worden bereid. Er komt genoeg vocht vrij tijdens het koken. Stel altijd de kortste bereidingstijd in, er kan altijd tijd bij, als je de groenten nog te hard vindt. In de bereidingswijzer is voor de kooktijd uitgegaan van een magnetron met een vermogen van 750-800 Watt. Groenten worden altijd op vol vermogen (de hoogste stand) bereid.
| De groenten worden gaar in de damp van kokend water, bouillon of wijn. Omdat ze niet in aanraking komen met de kokende vloeistof, gaan de groenten niet kapot. De gaartijd is bij stomen wel altijd iets langer. Stomen kan onder andere in een elektrische stoompan, een bamboestoommandje dat op of in een pan met kokende vloeistof wordt gezet of in een hitte bestendige zeef of vergiet boven een gewone pan. |
| Bron: www.groentenfruitbureau.nl |
